Het wonderlijkste advies dat je krijgt als een dierbare is overleden is: "Je moet nu loslaten."
Dat is ongetwijfeld goedbedoeld, maar je hebt er helemaal niks aan. Want hoe kun je nu iemand loslaten waar je van houdt? De liefde gaat door, of iemand nu leeft of overleden is.
Rouw, verdriet hebben om wie gegaan is terwijl jij verder leeft, krijg je er zomaar bij. Het gemis gaat niet weg. Maar het wordt anders, in de loop van de tijd. Zachter. Beter te verdragen misschien, op den duur.
Ook aan die wetenschap heb je helemaal niks als je iemand verloren bent.
Rouwen is een zware sport. En er zijn geen vaste regels voor. Misschien kom je op internet of in een boek tegen dat er 'rouwfases' zijn. De Zwitsers-Amerikaanse psychiater Elisabeth Kubler-Ross constateerde dat er vijf rouwfases zijn waar je doorheen gaat als je diep verlies voelt:
Rouwfases van Elisabeth Kübler-Ros
- Ontkenning ("Ik denk dat ze vanavond weer gewoon thuis komt.")
- Protest of boosheid ("Het is zo oneerlijk dat hij dood is gegaan en ik hier in m'n uppie zit!")
- Onderhandelen en vechten ("Als ik alleen nog doperwtjes eet spreekt ze nog tegen me.")
- Depressie of somberheid ("Voor mij hoeft het niet meer zonder hem.")
- Aanvaarding en verdergaan ("Het wordt nooit meer hetzelfde, maar soms geniet ik weer een beetje.")
Maar inmiddels weten we dat die gevoelens en reacties allemaal door elkaar heen rennen en je ze zelfs allemaal tegelijk kunt voelen.
Een nieuwere manier van kijken naar groot verdriet is het denken in 'rouwtaken', zoals de Vlaamse psycholoog Manu Keirse dat beschrijft. Rouwen is hard werken, stelt hij. Je glijdt niet zomaar door fasen heen, je moet een aantal stevige klussen doen om het leven weer te kunnen voelen. En verdrietig zijn is normaal, dat heeft 'gewoon' tijd nodig en veel aandacht.
Rouwtaken volgens Manu Keirse
- de realiteit onder ogen zien
- de pijn van het verlies ervaren
- de relatie met de verloren persoon omvormen (hier en nu)
- een nieuwe identiteit ontwikkelen
- zoeken naar een zinvolle context voor de dood
- stabiliteit voor de lange duur
Verder leven alsof er niks gebeurd is, alsof er geen gat geslagen is in je cirkel van dierbaren, alsof je niemand mist en geen verdriet hebt... Dat kan niet. De kunst is dus om mensen om je heen te verzamelen - of desnoods wildvreemden daarvoor in te schakelen - waar je mee kunt praten over je gemis, over het verdriet en over hoe fijn het was toen je geliefde er nog was.
Luisteren. Dat is alles wat ze hoeven te doen voor je.
Nou ja, en af en toe een schoon zakdoekje aangeven.
Verder lezen:
Manu Keirse: Het wonder van de kleine goedheid
Riet Fiddelaars-Jaspers: Je mag mij altijd bellen (over rouw van kinderen)
Aart Mak: Met stomheid geslagen?
Hans Stolp: Omgaan met gestorvenen
Kijk ook hier voor een grote sortering boeken over rouwen.
In al die boeken en op veel websites vind je misschien wel een vorm van troost, een praktische tip of een nieuw inzicht. Neem de tijd. Je gemis maakt een ander mens van je - en die moet je nog uitvinden.
Heb geduld met jezelf en met je verdriet.