Naar de begraafplaats

Ik woon tegenover een begraafplaats. Daardoor voel ik me ook een beetje verantwoordelijk voor die stille plek in het dorp. Ik loop graag even een rondje over het grint langs de stenen.

Als het gewaaid heeft duurt zo’n rondje wat langer. Dan valt rechts achterin wel eens een beeldje om. Links tegen de heg zet ik een bloempotje weer rechtop. Een afgebroken tak of bladeren van de grote plataan veeg ik van een steen af.
Er ligt niemand van mijn familie op de begraafplaats. Daarom word ik altijd wat verlegen als ik het metalen hek open hoor gaan. Wie hier komt gaat op bezoek bij een dierbare. Een buitenstaander is bij zo’n intieme visite altijd te veel.

Het metalen hek op een kiertje

Het hek piept lang en doordringend als iemand het open duwt.
Dat geeft mij de tijd om zo onopvallend mogelijk weg te lopen.
Aan de stand van het hek kan ik zien of er oudere of jongere bezoekers zijn binnengekomen.
Oudere mensen duwen het hek achter zich dicht als ze een overledene komen bezoeken.
Ze sluiten de dagelijkse wereld daarmee buiten en stappen even uit de tijd om samen te zijn met hun gestorvene, in alle rust.
Jongeren komen vaak samen. Ze stappen met twee of drie tegelijk door het hek zodat ze een beetje steun aan elkaar hebben. Het hek laten ze op een kiertje staan, zoals een kind dat bang is in het donker de deur van z’n slaapkamer op een beetje open wil hebben, met een lichtje op de gang. Ze betreden de stilte als een verdwaalde toerist in een vreemd land.
Ze horen hier niet, ze zijn te jong voor de dood en toch hebben ze hier iemand te zoeken. Onwennig vinden ze hun weg naar het graf waar ze voor komen.
Daar staan ze stil.
Meer kun je niet doen.

Voor wie is gegaan en voor wie blijft

Of toch wel, misschien.
Je kunt een afgebroken tak weghalen. Een vaas rechtop zetten, bladeren wegvegen van de steen. Een gebaar van zorg geven.
Een vorm vinden voor je aandacht, de verbinding die je voelt met wie daar ligt.
Iets doen. Doen hoort bij leven.

Als ik weer door het ijzeren hek wegglip spijt het me soms dat ik zo’n klusje al wegkaapte voor de jonge bezoekers.
Ik trek zachtjes het metalen hek achter me dicht, zodat ze in alle rust samen kunnen zijn; wie is gegaan en wie nog even blijft.